Snoeien is ruimte scheppen voor nieuw leven. Het thema past bij het voorjaar, past ook bij de lijdenstijd. Vandaar dat Tini Brugge het oppakt. Ze associeert over de politiek, waar het gaat over geld en bezuinigingen. En ze legt een verbinding met het snoeien in overtolligheid en luxe en in zorg, voor elkaar, anderen elders op de wereld die het heel wat minder hebben dan wij. Snoeien is bedoeld om nieuw leven te scheppen.
De minderbroeder franciscaan Wim Pot dacht erover na en kwam tot de volgende gedachten.
Gelukkig de dienaar die al het goede teruggeeft aan de Heer God, want wie iets voor zichzelf houdt, verbergt in zich het geld van de Heer zijn God.(Vermaning 18 van Franciscus van Assisi).
De aarde is voor ons middel geworden tot eigenbaat.
Bezit wordt de maat van alle dingen.
Mensen ontwikkelen macht en wapens om hun bezit te beveiligen
en bouwen aan een muur van angst om zich te verdedigen.
Franciscus behandelt de schepselen niet als koopwaar,
maar als partners.
Hij wilde zich niets toe-eigenen.
Tini Brugge (in brochure: Franciscus en de schepping)
Tini Brugge schrijft verder:
We hebben vooral appel-en perenbomen. Januari, februari, maart zijn goede maanden om te snoeien. Meestal begin ik pas in maart, in de veertigdagentijd. In die maand is mijn vader overleden en daarna ‘moest‘ ik snoeien. Die drang om dat te doen was heftig groot. Snoeien is het dode en scheefgegroeide, overtollige hout verwijderen om ruimte te scheppen voor nieuw leven.
Met diep terug snoeien lukt het me soms oude ten dode opgeschreven bomen weer tot leven te wekken. Het verbaast me dat bomen waarvan ik het minst verwacht en ik sterk terugsnoei, in het najaar soms de meeste nieuwe takken vormen die daarna weer vruchten gaan dragen. Snoeien is ingrijpen, maar wel tot doel dat er meer evenwicht ontstaat, dat de boom sterker wordt en grotere vruchten schenkt.
Ik begin meestal met het wegsnijden van de kankerplekken tot het gezonde hout. Dan smeer ik die plekken in. Daarna kijk ik goed naar de vorm van de takken en de nieuwe gevormde loten voor ik ga knippen en zagen. Soms zelfs betekent het dat ik een boom omhak om ruimte te scheppen. Snoeien, ingrijpen om een boom beter vrucht te laten dragen, vind ik fijn om te doen.
Met het snoeihout bouw ik elk jaar de takkenmijt op en maak ook afschermingen met takkenwallen. Zo maakte ik een eigen stilte tuin in de kloostertuin die op bepaalde dagen opengesteld wordt aan bezoekers om de Hof van Lof te bekijken. In al dat oude hout dat ik teruggeef aan de natuur, ontstaat nieuwe leven. Het zijn goede schuilplaatsen voor allerlei dieren. Houtsnippers worden voor de paden van de Hof van Lof gebruikt.
Natuurlijk wordt ook hier in dit klooster inmiddels zoveel mogelijk afval gescheiden voor hergebruik. Resten uit de keuken worden verwerkt in ‘restjes-maaltijden’ .
Snoeien: ik ervaar het als passend werk voor de veertigdagentijd om ruimte te scheppen voor nieuw leven, in jezelf en om je heen.
Tini Brugge
Initiatiefnemer en ontwerper van de Hof van Lof in de kloostertuin van de minderboeders franciscanen in Megen Project Groene spiritualiteit en praktijk, Raad van Kerken/ PIN
www.kerktuinen.nl
Foto:
Takkenril in de kloostertuin van de Franciskanen in Megen.