Het Cairo-overleg heeft een brief geschreven aan Henk Bleker, de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, met de vraag betrokken te mogen zijn bij de verdere plannen die het ministerie maakt ten aanzien van de slacht.
Het Cairo-overleg is een informeel overleg van de drie monotheïstische religies in Nederland: christenen, moslims en joden. In het overleg wordt samengewerkt door het Contactorgaan Moslims Overheid, de Raad van Kerken en de Joodse organisaties Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap en het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom.
Op 20 december 2011 schreef Bleeker een brief naar de Eerste Kamer n.a.v. debat op13 december 2011over het wetsvoorstel van Thieme (Partij voor de Dieren), over de verplichte bedwelming bij ritueel slachten. In deze brief geeft Bleker aan mogelijkheden te zien om middels een convenant met betrokken partijen tot verbeteren van het dierenwelzijn bij het onbedwelmd ritueel slachten te komen. Bleeker schrijft in de brief: “Uiteraard zullen ook de afspraken in een convenant de grondwettelijk en internationaalrechtelijk gewaarborgde vrije belijdenis van een godsdienst of levensovertuiging in acht moeten nemen.”
Deze laatste zin heeft de leden van het Cairo-overleg geraakt. ‘Wij voelen ons betrokken bij uw voornemen. Vrijheid van godsdienst is namelijk een aangelegenheid die bij uitstek onze aandacht heeft’, aldus het schrijven.
Het is de religieuze organisaties opgevallen dat er in de brief van Bleker sprake is van een convenant met alleen een tweetal geloofsgemeenschappen, de islamitische en de joodse. Naar mening van het Cairo-overleg zou het voor de hand liggen als de regering gelijktijdig maatregelen voor de verbetering van dierenwelzijn zou aankondigen voor alle vormen van slacht in Nederland.
‘Wij zijn geschrokken van de uitzonderingspositie waarin uw brief de geloofsgemeenschappen plaatst, dit terwijl naar onze mening – die door velen wordt gedeeld – de gehele slacht dringend verbetering behoeft’, aldus de brief. Het gaat niet aan om alleen islam en jodendom op de korrel te nemen als het om de slacht gaat. Wel is het juist om islam en jodendom in dit geval in het bijzonder te noemen, menen de briefschrijvers, vanwege de door Bleker in zijn brief uitdrukkelijk uitgesproken wens de grondwettelijke en internationaal-rechtelijk gewaarborgde vrije belijdenis van een godsdienst of levensovertuiging in acht te nemen. Dat is echter iets anders, aldus de brief.
Het Cairo-overleg vraagt op de hoogte te mogen worden gesteld van de verdere plannen van Bleker ten aanzien van de rituele slacht. Zo wil men ook meedenken over de vrijheid van godsdienst die hierbij aan de orde komt.