Voor enkele regionale bladen (Stentor) schreef Klaas van der Kamp op verzoek een column in het kader van Valentijnsdag.
Valentijn
Valentijnsdag is een dag van opnieuw leren praten. Het is met praten net zoals met lopen. Je leert als kind de techniek. Daarna komt de toepassing. Je moet leren dat lopen nodig is om ergens te komen, ook al ben je liever lui dan moe. Zo moet je je er toe zetten om soms iets onder woorden te brengen ook al zou je liever je mond houden.
Jongens en meisjes hebben de techniek van spreken al jong onder de tong, maar in de toepassing verschillen ze. Meisjes gebruiken in de regel de spraak voor het delen van gevoelens. Jongens passen de spraak nogal eens toe om met enig lawaai aan volume te compenseren wat ze aan inhoud nog zoeken. Zo is Valentijnsdag ook de dag waarop de twee seksen elkaar proberen te verstaan.
Er zijn trainingen voor man en vrouw om die afstemming vorm te geven. Man en vrouw sturen elkaar dan een brief. Het aardige van die methode is, dat je je eigen gedachten uitschrijft voordat de mimiek of de opmerkingen van de ander je onderbreken. Vrouwen ervaren dat mannen toch kunnen praten. Mannen leren dat vrouwen niet alleen maar zeuren.
De bijbel is een geschrift door mannen op papier gesteld. Het zijn meest mannen die teksten uitspreken. Maar soms komt ook even een vrouw aan bod. Weet u welke vrouw zo ongeveer het langst aan het woord is in de bijbel? Mirjam. Ze heft een danklied aan na de doortocht door de Rode Zee. Blijkbaar kon zij beter dan al die mannen de eerste emoties bij zo’n wonder verwoorden. Weet u welke vrouw het meest geciteerd wordt uit de bijbel? Maria – in het Hebreeuws ook Mirjam – met alweer een lofzang. Dat staat in Lucas 1. Het is toch al een vrouwenbedoening daar in het begin van Lucas. Ook Elizabeth, de tante van Maria, komt er aan het woord. De enige man die geroepen is iets te zeggen, de priester Zacharias, krijgt het zwijgen opgelegd, als hij de engel wantrouwt die hem een zoon aankondigt in zijn ouderdom. De tekst schetst bijna een karikatuur, als het gaat over zingende vrouwen en een zwijgende man.
Binnenkort Valentijnsdag. Het is een oude gewoonte om dan kaarten naar elkaar te sturen. Dat gaat terug op de Romeinse tijd waarin jonge ongehuwde vrouwen een papiertje in een grote kom gooien. Ongehuwde mannen mochten dan een naam trekken. De man en de vrouw op het kaartje werden partners van elkaar. Het begon met een boterbriefje. Maar de epistels moesten daarna wel wat langer worden, wilde je van liefde kunnen spreken.