Migranten bekeren elkaar

Migrantenkerken bereiken niet zozeer autochtone Nederlanders met hun zendingsijver, maar het zijn vooral de eigen migrantengroepen waarop de evangelisten neerstrijken. Dat schrijft Daniëlle Koning in een dissertatie getiteld ‘Importing God’.

Daniëlle is ambassadeur geweest van de Raad van Kerken vanuit de Zevendedags Adventisten. Zij is de eerste ambassadeur die inmiddels is gepromoveerd. Ze bestudeerde voor haar onderzoek de missie van de Ghanese Adventisten Kerk in Amsterdam Zuidoost en van andere immigranten kerken in Nederland. Er zijn in Nederland tenminste 900 migrantenkerken en 200 kerken die diensten aanbieden in een andere taal dan het Nederlands. Deze kerken zijn zeer divers qua etnische en theologische achtergrond.

Diverse christenen verwachten dat de migrantenkerken een nieuwe impuls kunnen geven aan het geestelijke leven in Nederland, waaronder het spirituele klimaat in autochtone kerken. Dat laatste gebeurt eigenlijk niet. Het is moeilijk verbinding te leggen tussen allochtone kerken en autochtone kerken. Leden van mirrantenkerken spreken (voormalige) landgenoten aan; het zijn ook vooral voormalige landgenoten die zich laten bekeren; dat heeft te maken met het willen reproduceren van etnische identiteit en sociaal-economische zekerheid. Soms ook heeft de bekering te maken met theologische overtuigingen.

Bekering van autochtone Nederlanders komt over het algemeen niet vaak voor. Nederlanders die wel toetreden tot een migrantengemeente, zijn daartoe verleid door de liefde en de zorg binnen de nieuwe gemeenschap. Ze zijn getrouwd met een partner uit de migrantengemeente, of ze ervaren de warme banden binnen de migrantenkerk als prettig.

Nederlanders die toetreden tot een migrantengemeente waarderen vernieuwende geloofsaspecten binnen de migrantengemeenschap. ‘Zo werden bij de Ghanese adventisten specifieke lichamelijke praktijken gewaardeerd door Nederlanders, (….), zoals muziek en dans, gebedsgenezing en geestenuitdrijving’.

Een bijzondere casus, zo vertelt Daniëlle Koning, is de Russisch-orthodoxe kerk, waar een derde van de bezoekers autochtone Nederlander is. Ook hier blijkt dat Nederalnders zich aangetrokken voelen omdat ze iets nieuws vinden in de spiritualiteit.

De studie bevestigt dat evangelisatie met name gericht is op mede-migranten en niet op autochtone Nederlanders, vat Daniëlle Koning samen. Dit heeft onder meer te maken met de marginale positie van migranten, die zich belemmerd vweten door vormen van sociale en symbolische uitsluiting en hun beperkte beheersing van de Nederlandse taal. De migrantenkerken verstevigen met de bekeerlingen hun positie in maatschappelijk opzicht.

Daniëlle Koning voegt aan de studie een persoonlijk slotwoord toe. Ze vertelt dat de sensualiteit binnen de kerk haar trof. De bijeenkomsten kennen een fysieke kracht, die ze elders niet zo sterk heeft ervaren. Ook opmerkelijk noemt ze de emotionele inzet, die haar heeft geraakt. Tenslotte is er de theologische en verstandelijke onderbouwing die haar heeft beïnvloed. Een citaat uit de Engelstalige uitgave: ‘The Ghanaians equipped me with a higher sense of the need for prayer in both mundane activities (like biking to the train station) as well as grave hardships (like terminal illness). They also re-introduced me to the paractice of fasting that has become marginal in many Western Protestant churches’.

Foto:
Fragment uit een Ghanase kerkdienst
Daniëlle Koning