Een Nederlandse delegatie heeft uitleg gegeven tijdens de zogenaamde ASEM-conferentie (Asia-Europe Meeting of Interfaith Dialogue) in Manilla, over de ruimte die er in Nederland bestaat voor mensen met diverse religieuze achtergronden.
Freek Bakker, lid van de beraadgroep Interreligieuze Ontmoeting heeft vanuit de Raad van Kerken in Nederland, als lid van de Nederlandse delegatie deelgenomen aan de ASEM-conferentie over de Interfaith Dialogue die op 13 en14 oktober 2011 gehouden werd in Manilla.
De eerste ASEM-conferenties over de Interfaith Dialogue vond plaats in 2005 op Bali in Indonesië . Daarna wordt jaarlijks een volgende conferentie gehouden, afwisselend in een Europees en een Aziatisch land. In 2008 werd de conferentie in Amsterdam gehouden. Nederland geldt als ‘cosponsor’ van de conferentie. De afgelopen jaren werd de Nederlandse deelname steeds verzorgd vanuit het ministerie van Buitenlandse zaken; ds. Jacobine Geel werd door hen steeds als discussieleider ingezet.
Dit jaar vroeg Buitenlandse zaken Dick van den Bosch, die bij het ministerie van binnenlandse zaken portefeuillehouder voor religievraagstukken in Nederland is, de delegatie samen te stellen en te leiden. De andere delegatieleden waren ds. Jacobine Geel, theoloog en journalist, mr. Xaoling Wu, namens buitenlandse zaken belast met de ASEM-contacten en dr. Freek Bakker, onder andere voor de Raad van Kerken belast ben met de interreligieuze dialoog tussen christenen en hindoes. Het thema was dit jaar ‘Harnassing the benefits and addressing the challenges of migration through interfaith and intercultural dialogue’. De conferentie resulteerde in een slotverklaring met diverse aanbevelingen voor de interreligieuze ontmoeting.
Van den Bosch heeft namens de delegatie een paper ingebracht over de situatie in Nederland. Deel van de missie was om het imago van Nederland in de Aziatische landen te verbeteren, in die zin, dat zo mogelijk de indruk moest worden weggenomen dat Nederland zich tegen de religie van vreemdelingen keert (islamofoob is geworden). Het paper bevat een uiteenzetting van het Nederlandse model van de samenwerking tussen overheid en religieuze organisaties, de visie op integratie en de stand van de interreligieuze dialoog.
In een andere werkgroep gaf Bakker een presentatie waarin hij duidelijk maakte dat de interreligieuze dialoog in Nederland begonnen vanuit de aanzet die het Tweede Vaticaans Concilie in de verklaring Nostra Aetate gegeven heeft en die niet alleen rooms-katholieke, maar ook protestantse theologen geïnspireerd heeft zich te gaan inzetten voor de interreligieuze dialoog. De eerste gesprekken vonden plaats tussen Joden en christenen, hoewel er al heel snel moslims begonnen deel te nemen. Het is niet de overheid, maar de kerk die de dialoog begonnen is. Een van de motieven daartoe was de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat was er gebeurd als er al interreligieuze contacten waren geweest voor deze oorlog?
Mede door de Nederlandse inbreng zijn er in de werkgroepen stevige discussies gevoerd. De verschillende nationale benaderingen ten aanzien van de slotverklaring en de daaraan ten grondslag liggende opvattingen stemmen in zoverre overeen, dat een ieder wil dat de rechten van migranten op hun eigen cultuur worden gerespecteerd en dat een interreligieuze en interculturele dialoog helpt om het onderling begrip te versterken, waardoor de sociale cohesie wordt bevorderd. Dit is essentieel voor vreedzaam samenleven en voorspoed.
Verschillen tussen Europa en Azië, en met name China, waren in de discussies merkbaar als het ging om het recht van het individu, versus het recht van het collectief en waar het gaat om controle over de media en het onderwijs. Van Nederlandse kant is een aantal zaken ingebracht en benadrukt, die alle hun weg naar de conclusies van de werkgroepen of de slotverklaring hebben gevonden. Freek Bakker somt er enkele op in zijn verslag:
1. Bij het respecteren van cultuur en religie gaat het niet alleen om het recht om lid van een groep te zijn en om het respecteren van de cultuur van die groep, maar vooral om het recht van het individu om volgens een bepaalde overtuiging te leven, van overtuiging te veranderen of daarvan af te stappen. De vrijheid van het individu staat voorop, zoals vastgesteld in de Universele verklaring van de rechten van mens. Voor China was dit allerminst vanzelfsprekend. Op aandringen van Nederland kwam er, gehoord de discussies, een verwijzing naar de Universele Verklaring in de preambule.
2. De staat moet niet interveniëren in religie, maar kan wel samenwerken. Iedere religie dient gelijk te worden behandeld. Discriminatie dient te worden bestreden en daarvoor dienen ook structuren te bestaan.
3. De Nederlandse delegatie heeft ingebracht dat, anders dan aanvankelijk in de conceptslotverklaring was opgenomen, het er niet om gaat dat er een balans wordt gevonden tussen het belang van het gastland bij sociale cohesie en het belang van de migranten bij respect voor hun identiteit, maar om het bereiken van sociale cohesie met respect voor culturele identiteit, waarbij ook migranten belang hebben bij sociale cohesie en iedereen belang heeft bij respect voor zijn religieuze of culturele identiteit. In dit verband heeft de delegatie ook gewezen op het belang dat er een gemeenschappelijke taal is en migranten de taal van het gastland leren; zonder gemeenschappelijke taal is er immers geen dialoog mogelijk.
4. We moeten niet alleen naar elkaar luisteren en elkaar leren respecteren, maar ook van elkaar leren. Religie en cultuur zijn niet statisch maar dynamisch.
5. Inplaats van het reguleren van (oude en nieuwe) media om respect te bevorderen kozen we voor het signaleren van nieuwe mogelijkheden die de media bieden om vertrouwen, tolerantie en respect in multi-ethnische en multi-religieuze samenlevingen te bevorderen. Elke verwijzing naar controle van de media werd verwijderd. Wel zouden we het bewustzijn van consumenten en producenten van nieuwe media kunnen bevorderen als een belangrijk middel om culturele en religieuze sensitiviteit te bevorderen.
6. Een tekst over de inhoud van het onderwijs dat culturele en religieuze identiteit zou moeten respecteren werd omgezet in een tekst die de regeringen aanmoedigt om begrip en respect voor geloof en identiteit door onderwijs te bevorderen.
7. Gezien het feit dat er al een aantal conferenties is geweest leek het ons belangrijk dat we afspraken dat er ook iets met de aanbevelingen zou worden gedaan. Dit resulteerde in een tekst, op voorstel van de EU-vertegenwoordiging die zegt dat de ASEM partners worden aangemoedigd om deel te nemen in een nationale stocktaking exercise ter implementatie van de aanbevelingen.
De conferentie heeft bijgedragen aan het besef dat interreligieuze en interculturele dialoog het wederzijds begrip kan versterken en de sociale cohesie kan bevorderen, aldus Freek Bakker.
Foto’s van het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem laten zien hoe je met een glimlach naar cultuurverschillen kunt kijken.