Oud-katholieken moeten serieus nadenken over de waarde van het protestantse ambt. Want het is inconsequent dat predikanten die oud-katholiek willen worden (opnieuw) gewijd moeten worden tot het ambt, terwijl diezelfde predikanten wel als ambtsdrager vanuit hun eigen kerk aan oud-katholieken de maaltijd van de Heer mogen bedienen.
Pastoor Wietse van der Velde steekt zijn nek uit in De Oud-Katholiek, het tijdschrift van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland. De beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap, waar Wietse van der Velde deel van uitmaakt, verwijt de kerken in Nederland dat ze onvoldoende vernieuwing zoeken in de oecumene en in het contact met andere kerken slechts luisteren naar de nagalm van hun eigen dogmatiek. Dat verwijt kan de Haagse pastoor niet worden gemaakt. Hij zoekt in het themanummer ‘Eenheid’ van zijn kerk naar de grenzen van de kerkleer om op die manier invulling te geven aan de brugfunctie die zijn kerk al jaren inneemt.
Van der Velde stelt vast dat de grote scheiding tussen katholieken, orthodoxen, anglicanen en protestanten nog steeds niet opgeheven is. Hij verwijt de Rooms-Katholieke Kerk dat men slechts de eigen kerk wil zien als de plek waar de waarheid ten volle woont. En hij heeft dan ook grote moeite met het feit dat verontruste anglicanen onlangs nog werden opgenomen in de Rooms-Katholieke Kerk, terwijl ze hun anglicaanse liturgie en manier van kerk-zijn mochten behouden. De Rooms-Katholieke Kerk maakt daarmee een wat annexerende indruk.
Vervolgens onderbreekt Van der Velde zichzelf in het artikel en stelt hij de vraag aan zijn eigen kerk. ‘Rooms-katholieke, orthodoxe en anglicaanse geestelijken die tot onze kerkgemeenschap toetreden, worden zonder meer als gewijde ambtsdragers geaccepteerd’, stelt Van der Velde, maar ‘anders ligt dat met ambtsdragers die overkomen uit een protestantse kerk’. Komt een dominee over naar een oud-katholieke kerk, dan dient deze de wijding tot diaken en priester te ontvangen. Dat gebeurt op grond van dezelfde theologische overwegingen als in de rooms-katholieke en orthodoxe kerken. De oud-katholieke kerk houdt vast aan de zogenaamde apostolische successie of opvolging.
Het is wat inconsequent. ‘Waar in oecumenische vieringen de Maaltijd van de Heer wordt gevierd, worden brood en wijn in veel gevallen ook door oud-katholieken uit de handen van een dominee ontvangen. In de Duitse Oud-Katholieke Kerk is dat zelfs officieel goedgekeurd door een ‘Abkommen’ met de Evangelische Kerk. Het protestantse ambt wordt zo in de alledaagse praktijk erkent, maar bij een overkomen van een predikant naar onze kerk doen wij alsof er ‘niets’ is. Is dat consequent?’, aldus pastoor Wietse van der Velde.
‘Ik voer geen pleidooi voor een zonder meer erkennen / opnemen van het protestantse ambt’, zegt de pastoor, ‘maar wel voor een ernstige bezinning op de aard en de waarde van het protestantse ambt. In de jaren rond het midden van de 20e eeuw is op het Indiase continent over deze vraag in verband met de hereniging van kerken met een katholieke en een protestantse ambtsopvatting intensief en creatief nagedacht. De oud-katholieken hebben de aangedragen oplossing tot het verzoenen / samenbrengen van de ambten afgewezen. Toch zouden wij in ons verder denkproces daar een aanknopingspunt kunnen vinden’.
Geïnteresseerden kunnen een exemplaar van De Oud-Katholiek bestellen bij het bureau van de Oud-Katholieke Kerk (gevestigd in hetzelfde gebouw als het bureau van de Raad van Kerken) en tegen portokosten (circa 1,50 euro) laten toesturen.
Foto: pastoor Wietse van der Velde