Plaatselijke raden van kerken slagen er goed in hun samenstelling van het bestuur voortdurend te vernieuwen. Dat blijkt uit een onderzoek waaraan ruim 15 procent van de plaatselijke raden heeft meegedaan. Maar liefst 79 procent van de raden geeft aan dat er recent nog een nieuw bestuurslid is toegetreden tot de plaatselijke raad.
‘We waren bang dat er relatief weinig doorstroming zou zijn, maar dat valt alleszins mee’, aldus ds. Klaas van der Kamp, algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland, in een reactie op het resultaat. ‘De doorstroming is van belang om telkens nieuwe impulsen aan het werk te kunnen geven en om het draagvlak op plaatselijk niveau te verstevigen.’
‘De Raad komt binnenkort met een nieuw pakket van mogelijkheden voor plaatselijke raden. Het helpt als daar mensen zitten die openstaan voor vernieuwing.’ De algemeen secretaris doelt daarmee op uitgaven die op stapel staan, zoals de mogelijkheid zelf convenanten af te sluiten en een toetsingslijst waarmee plaatselijke raden de eigen samenwerking kunnen onderzoeken. De presentatie van de nieuwe materialen wordt over enkele maanden verwacht.
Lokale activiteiten
De Raad van Kerken in Nederland heeft de enquête gebruikt om de communicatiemiddelen van de kerken door te lichten. Zo’n 50 procent van de plaatselijke raden heeft een eigen website en 12 procent kan de oecumenische informatie goed kwijt op de website van één of meer van de plaatselijke kerken.
Het blijkt dat ruim tweederde van de raden (74 procent) jaarlijks contact heeft met de kerkelijke besturen ter plaatse. Voor de afstemming is dat van groot belang, omdat daarmee het beleid in algemene zin en de oecumenische afstemming samen opgaan.
De landelijke Raad vroeg verder of het nieuwe fenomeen van kerkennachten plaatselijk in een behoefte voorziet. De antwoorden daarop waren zeer voorzichtig. Liefst 55 procent van de raden van kerken scoorde ‘misschien’ en liet daarmee de beantwoording wat in het midden. Ongeveer 14 procent gaf volmondig aan veel van de kerkennachten te verwachten. Het is de bedoeling om op 25 en 26 juni 2011 in verschillende grote plaatsen in Nederland de kerkennachten invulling te geven.
De Raad van Kerken in Nederland enquêteerde de plaatselijke raden ook om te weten in hoeverre de eigen media van de Raad bekendheid genieten en hun doel bereiken. Op dat punt hoeft de landelijke Raad zich geen zorgen te maken. Nagenoeg iedereen (93 procent) kende de e-flits van de landelijke Raad en 90 procent het Oecumenisch Bulletin, de folio-uitgave. Uit de abonneebestanden blijkt dat beide uitgaven de laatste jaren stormachtige groei hebben meegemaakt wat betreft het aantal afnemers.
Aanbevelingen
Op grond van de resultaten doet het bureau van de Raad enkele aanbevelingen voor plaatselijke raden:
Onderzoek de mogelijkheid om zelf informatie op websites te laten zetten van de locale kerk(en);
Onderzoek de mogelijkheid om op de websites van de locale kerk(en) een link te laten plaatsen naar de website www.raadvankerken.nl;
Stuur verspieders naar een van de grote steden komende zomer om te kijken hoe de kerkennacht in elkaar steekt;
Zorg voor regelmatig overleg met de plaatselijke besturen van de kerken en probeer een plan op te stellen waarin een duidelijke route wordt uitgezet van oecumenische samenwerking.
De meeste reacties kwamen uit de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland, Gelderland en Friesland. Het bureau adviseert alle regio’s om periodiek plaatselijke raden bij elkaar te brengen, zodat men van elkaars ervaringen kan leren. Dat geldt zeker ook voor die regio’s die relatief minder gereageerd hebben.
Foto: Kunstwerk van Jongerius in Boymans van Beuningen in Rotterdam. Het verbeeldt eenheid in verscheidenheid. Een associatie op eenheid tussen kerken bij alle verschillen.