Peter Faber MA (geboren 1982) studeerde theologie in Amsterdam. Hij specialiseerde zich in cross culturele en contextuele theologie. Zijn afstudeerscriptie is getiteld ‘Doing Dialogue’. Het geeft een analyse van twee Indonesische dialoog praktijken. Tussen februari en juli 2010 werkt hij via Togetthere (www.togetthere.nl) bij LAIM (de plaatselijke dialoogorganisatie) op Ambon. Hij werkt er mee voor het jongerenprogramma van ICCO / Kerk in Actie bij het plaatselijke LAIM, oftewel ofwel Lembaga Antar Iman di Maluku, dat vrij vertaald zoveel betekent als Organisatie voor Interreligieuze Dialoog op de Molukken. Het betreft een thema waar ook de Raad van Kerken interesse bij heeft. Vandaar dat we iets van zijn bevindingen doorgeven. Peter Faber:
Dominee E. op Banda heeft alles geregeld, de locatie, het eten en de apparatuur. De plaatselijke burgervader, religieuze leiders, het hoofd van het plaatselijk gelegen leger, enkele schoolhoofden en andere plaatselijke leiders zijn uitgenodigd. Maandagochtend negen uur blijkt echter vrijwel niemand aanwezig in de oude Nederlandse ‘sociëteit’. Nu is dat op zichzelf niet ongewoon, maar om elf uur zijn de enkelingen die toch hun weg hadden gevonden ook al weer vertrokken. Er blijken nog enkele andere activiteiten plaats te vinden, een vergadering van plaatselijke ambtenaren en een bruiloft. Banda’s ‘reconciliation and traumahealing’ worden nog even uitgesteld.
Banda kent een kleine christelijke gemeenschap. Volgens de statistieken uit 2003 zijn een krappe 40 van de 21.000 inwoners van de eilandengroep christen. Naast de ongeveer 40 boeddhisten is de rest moslim. Een overgrote meerderheid dus. Tegenwoordig wonen een kleine 800 protestantse vluchtelingen uit Banda in een het Ambonese dorpje Suli. Mensen zonder land en zekerheid van inkomsten. De meeste van hun huizen zijn vijf tot zeven jaar na dato inmiddels bewoond door de achtergebleven moslim bevolking. Enkele christenen hebben de moed moeten vatten weer naar Banda te vertrekken omdat zij daar een taak in de ambtenarij uit te voeren hebben. Anderen durven of kunnen (nog) niet.
Samen met drie dominees – waarvan één de in Ambon zittende voorzitster van de classis Banda is – en een docent van de Islamitische universiteit Ambon (IAIN), ben ik naar Banda afgereisd om een tweedaagse dialoogbijeenkomst bij te volgen, georganiseerd door de Protestantse Kerk Maluku (GPM). Sinds de kerusuhan – zoals de conflicten van 1999-2004 meestal genoemd worden – heeft de GPM al op verschillende eilanden rondom Ambon enkele verzoenings- en traumahealingsactiviteiten georganiseerd. Op Banda verloopt het echter wat stroever dan verwacht.
De oude pastorie is verwoest, net als één van Indonesië’s oudste – zo niet de oudste – kerken, ook zijn enkele ingestorte huizen te zien. Hier en daar tref je kapotte muren waarvan niet duidelijk is of dit het resultaat is van de recente conflicten of van vergane koloniale glorie. Moskeeën zullen vast en zeker ook zijn verwoest, maar daar is het eerste gezicht niets meer van te zien. Het eiland ligt er verder groen en rustig bij. Tegenover de haven torent het vulkaaneiland Gunung Api. Tussen de mensen op het eerste gezicht geen spoor van oorlog.
Een van de reden waarom vrijwel niemand op de eerste dialoogdag kwam opdraven was dat de plaatselijke burgervader (camat) niet voldoende op de hoogte was. De nog jonge E. had slechts enkele brieven verstuurd. Maar zo werkt het niet in Indonesië. Organiseren is kennismaken, praten over familie, samen eten en langzaamaan je bedoelingen uitleggen. Twee dagen later dan gepland kan de dialoog wel doorgang vinden. Er is dan inmiddels kort gesproken met een plaatselijk leider en de vice-camat en er is een gezamenlijke brief uitgegaan. Omdat we afhankelijk zijn van het bootschema en dezelfde avond al weer vertrekken moet de verzoeningsactiveit op één dag plaatsvinden. Dit tot onvrede van de organisatoren.
Buiten plenst het. De opkomst is magertjes maar wordt gaandeweg groter, als enkele dorpshoofden binnenkomen en de politie arriveert. De zaal – de aula van de hogeschool – is (op)gevuld met studenten. Op de muur voor in de zaal speelt een filmpje met beelden van Soekarno’s onafhankelijkheidsverklaring. De dialoog wordt zo tegen de achtergrond van de Indonesische staat geplaatst. Na de opening een zeer korte intro op het thema ‘Katong Semua Basudara’ (we zijn allen broeders) en vele dankwoorden aan de plaatselijke leiders, doet de vice-camat een kort verwelkomend woord gevolgd door Des Alwi. Laatstgenoemde is een nationaal en lokaal politiek grootgewicht die van de gelegenheid gebruik maakt enkele politieke ideeën te droppen. Hij is het ook die ons heeft uitgenodigd de activiteit naar deze (lees: zijn) school te verplaatsen en later om half één druk op zijn horloge wijzend aangeeft dat de activiteit afgelopen zal moeten zijn.
Samen zingen we hand in hand het lied ‘Gandong’, over de interreligieuze bloedverwantschap van de Zuid Molukse bevolking. Twee lezingen volgen. Docent Abu Bakar vertelt over lokale wijsheid: Terwijl religies import zijn, is gandong eenheid op een dieper niveau. Hoewel de traditionele verbanden door modernisatie en de politiek van Soeharto onder druk zijn komen te staan, moeten we ons opnieuw in deze oude tradities verdiepen als middel tot verzoening. Dominee Niek bespreekt de religieuze dimensie van het conflict: Religies roepen op tot vrede en het conflict was in wezen geen religieuze. We zijn tegen elkaar opgezet toen gevoelige religieuze symbolen als kerken en moskeeën doelgericht in vlammen opgingen. Nu is het zaak om overeenkomstig de ethiek en spiritualiteit van religies samen gezamenlijke belangen aan te pakken.
Na enkele vragen uit de zaal zit de bijeenkomst erop. Een van de vragen, waarom de GPM deze activiteit organiseerde als het conflict in wezen geen religieus conflict was, wordt met luid applaus ontvangen. Een imam die nog een vraag wil stellen wordt afgekapt. Des Alwi heeft op zijn horloge gewezen. Een ietwat wrange bijsmaak van vraagtekens – waarom dat applaus?, wordt de GPM als indringer, als vertegenwoordiger van de op Ambon levende christenen uit Banda gezien?, heeft dominee E.’s weinige betrokkenheid te maken met zijn aanstaande vertrek naar vruchtbaarder gebied?, waarom wil Des Alwi niet dat we doorgaan? – wordt even later enigszins weggespoeld.
Buiten praten we verder. Een andere imam en een schoolhoofd zijn enthousiast en herkennen de organisatorische problematiek. Het proces kan niet op een ochtendje worden afgerond, maar is wel begonnen en de contacten zijn gelegd. Ze lopen met ons terug naar het hotel. ‘Over een jaartje proberen we het hier weer’, aldus Lastri, de coördinator van het geheel.
Wie meer wil lezen van Peter Faber kan terecht op zijn weblog: http://standplaatsambon.wordpress.com.
Wie het gezicht en de stem van Peter Faber wil horen, kan terecht op Youtube, waar hij voor de Raad van Kerken kort zijn visie verwoordde op het thema ‘getuigen’:http://www.youtube.com/watch?v=ljBm10FiUyw en wie zijn vorige bijdrage aan deze website wil lezen kan hier klikken.
Foto’s archief
Banda vanaf het water
Betjaks, bekend beeld van Indonesië