Er komen bij de Raad van Kerken nogal wat vragen binnen over de basiscursus oecumene die via Oecumenisch Bulletin is aangeboden. Voor de duidelijkheid geven we hier de meest voorkomende vragen met het daarbij behorende antwoord.
Vraag: Wat zijn de randvoorwaarden?
Antwoord: We vragen aan de provinciale Raden om deelnemers uit verschillende plaatselijke Raden bij elkaar te brengen, de zaal te regelen en de catering. De landelijke Raad biedt aan om dan het inhoudelijke deel voor zijn rekening te nemen.
Vraag: Is het per se noodzakelijk dat een provinciale Raad de cursus aanvraagt, of mag je ook als plaatselijke cursus de toerusting regelen?
Antwoord: Je mag ook als plaatselijke cursus de toerusting organiseren. We vragen dan wel om het bekend te maken in de regio, zodat ook andere plaatsen kunnen meedoen. Vaak geeft het gesprek tussen diverse raden extra ideeën in de cursus zelf. En we vragen om tenminste acht deelnemers te hebben.
Vraag: Zijn er kosten aan de toerusting verbonden?
Antwoord: Ja. De organiserende regio moet de zaal, de pr en de catering regelen en betalen. Maar er zijn geen kosten voor de inhoudelijke kant. Die neemt de landelijke Raad voor zijn rekening.
Vraag: Wat is ongeveer de inhoud van de cursus?
Antwoord: De inhoud bestaat uit de volgende onderdelen: het oecumenisch geheugen, de oecumenische actualiteit, de organisatie, de eigen verwachting. Bij oecumenisch geheugen kan men denken aan zaken als: Hoe vanaf Edinburgh 1910 de oecumene gekoppeld aan de zending opkomt; hoe vanaf Nairobi 1975 het ideaal van de ene kerk verschuift naar de fellowship; hoe op dit moment de gezamenlijkheid van de CEC en de Europese bisschoppen in Sibiu doorklinkt. Bij actualiteit gaat het om zaken als: het geloofsgesprek met de pinksterkerken, het belang van de dooperkenning, vragen van vrede en gerechtigheid, het milieuvraagstuk, het contact met moslims, de economische recessie. Een derde cluster zit meer bij de methodiek. Hoe zit de Raad van Kerken in elkaar? Hoe organiseer je het? Hoe voorkom je excuus-club te zijn? En tenslotte gaat het om de vraag: wat motiveert mij en hoe realistisch is die motivatie?
Vraag: Hoeveel tijd is er met de toerusting gemoeid?
Antwoord: We gaan uit van één of twee dagdelen. Dus een ochtend, middag of avond; of een koppeling van twee van die dagdelen. Als men een uitvoeriger training wil, kan men zich melden bij de Katholieke Vereniging voor Oecumene die een intensiever programma aanbiedt.
Vraag: Wie geeft de cursus?
Antwoord: Het kan zijn dat de algemeen secretaris komt, of een vrijwilliger die ervaring heeft met de oecumene, of iemand van de Katholieke Vereniging voor Oecumene.
Vraag: Met wie kan je overleggen over de cursus?
Antwoord: U kunt het landelijk bureau van de Raad van Kerken in Amersfoort bellen of mailen via www.raadvankerken.nl.
Foto: Het Centraal Comité van de Wereldraad, een van de organen die het nodige aan oecumenische historie heeft geschreven.