Oecumene is één van de thema’s binnen het missionaire raamwerk in het nieuwe pastorale beleidsplan van het aartsbisdom Utrecht. Het beleidsplan heeft de titel gekregen ‘Hoopvol op weg naar een missionaire toekomst’. Het is met Advent verschenen. Men wil zich daarbij niet alleen richten op regelmatige kerkgangers, maar juist ook op hen die het contact met de Kerk zijn kwijtgeraakt.
Aartsbisschop Wim Eijk en zijn staf noemen zestien thema’s waarbinnen het beleidsplan zich realiseert. Een apart thema (het dertiende hoofdstuk) is gewijd aan de oecumene. Naast de grote liefde voor de eigen rooms-katholieke traditie wordt het respect genoemd voor het erfgoed van andere christelijke denominaties. Het document pleit voor een juist begrip van de oecumene zodat de mogelijkheden en grenzen duidelijk zijn. Als mogelijk nieuwe vorm van plaatselijke samenwerking wordt als voorbeeld het terrein van diaconie en caritas genoemd.
De letterlijke tekst van hoofdstuk 13 over oecumene luidt:
“13. Oecumene. De in 2006 overleden emeritus-aartsbisschop van Utrecht, Johannes kardinaal Willebrands, wiens 100ste geboortedag in september 2009 zal worden herdacht, heeft wereldwijd grote verdiensten voor de oecumenische beweging. Zijn ijveren voor de oecumene was ingegeven door het gebed van de Heer tot zijn hemelse Vader voor zijn leerlingen “dat zij één mogen zijn zoals Wij” (Joh. 17, 11). Dit gebed van de Heer is voor ons aartsbisdom in al zijn geledingen een onuitputtelijke bron van inspiratie om een bijdrage te leveren aan de oecumene. Deze bijdrage kan alleen maar vruchtbaar zijn wanneer zij voortkomt uit een geest van gebed en wanneer deze enerzijds is gebaseerd op gedegen kennis van en grote liefde voor de eigen rooms-katholieke traditie en anderzijds op respect voor het erfgoed van andere christelijke denominaties. In de parochies blijft het noodzakelijk om te werken aan een juist begrip van waar het in de oecumene wezenlijk om gaat. Alleen vanuit een juist begrip van de oecumene worden de mogelijkheden en grenzen duidelijk. In de parochies zal de oecumene op verschillende wijzen zichtbaar moeten worden; door de jaarlijkse ‘Gebedsweek voor de eenheid van de christenen’; in een goede gebedspraktijk van rooms-katholieken en hun protestantse broeders en zusters; door gedegen cursusaanbod voor parochianen op het terrein van de oecumene en door het ontwikkelen van nieuwe vormen van plaatselijke samenwerking (bijvoorbeeld op het terrein van de diaconie en de caritas) tussen parochies en protestants-christelijke gemeenten”.