Als studentenpastor zag hij vele tientallen jongeren die zich ‘ongodsdienstig’ noemden, deelnemen aan spiritualiteitgroepen en kloosterweekenden. Het fascineerde hem. Hij deed er onderzoek naar. Dr. Wiel Smeets uit Maastricht zal op 23 januari 2009 de oecumenelezing verzorgen. Hij promoveerde op de geloofsontwikkeling bij ‘ongodsdienstige’ studenten.
Hij schreef er een proefschrift over getiteld ‘Tegenstrijdig ongeloof’. Vorig jaar verscheen ‘Verleiden tot God’, een boek dat ten doel heeft om spirituele jongerenbegeleiders van dienst te zijn bij het inwijden van jongeren in christelijke spiritualiteit. Bij de oecumenelezing wordt hij bevraagd op zijn benadering door onder meer enkele van de ambassadeurs van de oecumene. U kunt bij de ontmoeting zijn. Geef u nu op via www.raadvankerken.nl.
‘Horden zin-zoekende studenten’, zo zegt Wiel Smeets, ‘bleken zich aangetrokken te voelen tot de spiritualiteitgroepen en kloosterweekenden die we organiseerden.’ De pastorale activiteiten boden hen mogelijkheden om het christelijk geloof te verkennen. Ze gaven richting aan hun zoektocht naar de eigen identiteit, een antwoord op de vraag: wat geeft zin aan mijn leven. In de vakliteratuur worden mensen die proeven aan verschillende levens-beschouwelijke en religieuze tradities nogal eens neerbuigend ‘reli-shoppers’ genoemd. Smeets vindt de neutralere term ‘zin-zoekers’ gepaster: ze onderzoeken allerlei levensbeschouwingen en religies op hun existentiële relevantie.
Tegenstrijdig
Smeets werkte tien jaar aan het onderzoek, waarin hij bij jongeren dezelfde tegenstrijdige houding signaleerde die hij zelf als jongere had gehad. Het blijkt dat de verhouding van de deelnemers met christelijk geloof complex is. Er is sprake van dubbelzinnigheden. Sommige dubbelzinnigheden lossen zich gaandeweg op. Datgene wat niet plausibel wordt geacht, gaat overboord (bijvoorbeeld ‘God als personificatie’), terwijl datgene wat wel plausibel wordt geacht, wordt opgenomen in het eigen zingevingsysteem (bijvoorbeeld ‘God als Liefde’). Andere dubbel¬zinnigheden lossen zich niet op, bijvoorbeeld als iemand zegt afscheid te hebben genomen van godsgeloof en er toch door wordt aangetrokken. Zo ontstond de titel voor het proefschrift ‘Tegenstrijdig Ongeloof’.
Om de genoemde complexiteit van tegenstrijdigheden te kunnen ontrafelen wordt deze beschreven in termen van lagen die gelijktijdig aanwezig kunnen zijn. Smeets grijpt daarbij terug op de mystagogische benadering van de kerkvaders. En hij verduidelijkt zijn keuzes met fragmenten uit speelfilms.
Catechese
In het boek ‘Verleiden tot God’ corrigeert Smeets de ‘ervaringscatechese’. De ervaringscatechese begint bij een herkenbare ervaring van jongeren en legt vervolgens het verband met bijvoorbeeld een dergelijke ervaring in de Bijbel. Dergelijke verbanden blijken echter vaak gekunsteld. Zeker als er gecorreleerd wordt tussen een horizontale levenservaring van een jongere (bijvoorbeeld verliefdheid) en een spirituele ervaring binnen de geloofstraditie (bijvoorbeeld geraakt worden door Gods liefde). Meestal blijft het bij het verhelderen van horizontale ervaringen van jongeren. Ervaringscatechese is dan feitelijk niet meer te onderscheiden van Humanistisch VormingsOnderwijs. Grote groepen jongeren blijven zo onberoerd door de spirituele missie van de Kerk. Hoe kan de Kerk dan wél bij jongeren ontvankelijkheid stimuleren voor Gods liefde? Het antwoord op deze vraag zoekt Smeets in een terugkeer naar de wortels van de kerkelijke catechese: de mystagogie.
De kerkvaders van de eerste eeuwen wijdden hun catechumenen pas in in de geheimen van het christelijke geloof nadat ze de sacramenten van het doopsel en de eucharistie hadden ondergaan. Het uitgangspunt van de mystagogische catechese is eigenlijk heel simpel:
1) zorg er als pastor voor dat de inwijdeling een spirituele ervaring op kan doen met christelijk geloof;
2) helpt hem bij het verhelderen van deze ervaring zodat hij zich de ervaring eigen kan maken (‘verinnerlijking’).
Inmiddels zijn de tijden natuurlijk wel drastisch veranderd. Jongeren staan niet meer massaal te popelen om ingewijd te worden in christelijk geloof. Wel is het zo dat tal van jongeren geïnteresseerd zijn in spiritualiteit. In vakliteratuur wordt soms smalend gesproken over de neiging van jongeren om de religieuze markt af te struinen, op zoek naar wat voor hun levensoriëntatie van waarde zou kunnen zijn. Smeets beoordeelt dit ‘zinzoeken’ van jongeren als positief en als een kans voor een eigentijdse mystagogie volgens de drieslag verleiden – getuigen – verhelderen.
Verleiden
Allereerst is het de kunst van de catecheet om jongeren te verleiden tot deelname aan een inspirerende christelijke praxis. Dat kan een kloosterbezoek zijn, een bibliodrama, het kijken naar een speelfilm over christelijke spiritualiteit, het deelnemen aan een kerkkoor en dergelijke. Waar het om gaat, is dat de jongere zich binnen de context van deze christelijke geloofspraxis veilig genoeg voelt om zich open te stellen voor het opdoen van een spirituele ervaring.
Getuigen
De tweede stap is: getuigen. De zonet genoemde veiligheid komt eruit voort dat de jongere weet dat zij volledig vrij is om met de opgedane ervaring te doen wat haar zelf goed dunkt. Voor de catecheet loert hier het gevaar van ‘includeren’ om de hoek. Dit gebeurt als we als catecheet zo vol zijn van ons eigen geloof dat we niet in de gaten hebben dat we bij de ander onterecht een dergelijk geloof veronderstellen. Dat lijkt op een feestmaal bereiden zonder vooraf te vragen wat de gasten wel en niet (graag) eten. Jongeren reageren hier meestal allergisch op. In ‘Verleiden tot God’ gebruikt Smeets wat dit betreft het beeld van twee cirkels die een raakvlak hebben. Bij wijze van voorbeeld: er is geen probleem als de jongere weet dat de geloofsbeleving die de catecheet verwoordt geheel thuishoort in diens eigen deel van de cirkel. Er ontstaat pas een probleem als de jongere het gevoel krijgt dat ervan wordt uitgegaan dat de verwoorde geloofsbeleving in het raakvlak van de twee cirkels zit. De meeste jongeren zijn er wars van als hen, voor hun gevoel, een geloofsbeleving wordt aangepraat.
Sommige jongerenbegeleiders schieten, uit angst voor ‘includeren’, door in het andere uiterste. Ze stoppen dan met getuigen van hun eigen christelijke geloof en beperken zich ertoe de jongeren te bevragen over wat zij al dan niet geloven. En dat terwijl jongeren meestal juist graag willen horen wat een christen gelooft. Hier geldt het advies: getuig vrijmoedig over God, Jezus en de Kerk, maar hou datgene wat je zegt binnen jouw kant van de cirkel.
Verhelderen
De derde stap: vraag de jongere wat er aan zijn kant van de cirkel zit. En kijk dan samen naar wat er wel en niet in het raakvlak zit. Het is dan de taak van de catecheet om de (on)geloofsuitspraken van de jongere te duiden in termen van spiritualiteit en deze duiding vervolgens aan de jongere aan te bieden ter verheldering van de opgedane ervaring. In ‘Verleiden tot God’ wordt er een spiritueel interpretatiekader aangereikt ter ‘onderscheiding der geesten’ zodat je als catecheet in het bos van (on)geloofsuitspraken de bomen kunt gaan zien van spirituele groeikansen.
Het thema van de Oecumenelezing sluit aan bij de aandacht die de Raad besteedt aan jongvolwassenen. Smeets gaat op 23 januari het gesprek aan met de aanwezigen. De ambassadeurs van de oecumene, jongvolwassenen in de leeftijd van 20 – 35 jaar, komen daarbij prominent aan het woord.
Dr. Wiel Smeets heeft een eigen adviesbureau voor spiritualiteit. Hij promoveerde aan de RadboudUniversiteit Nijmegen op het proefschrift Tegenstrijdig ongeloof. Een verkenning van geloofsontwikkeling bij ‘ongodsdienstige’ studenten; recent verscheen Verleiden tot God. Jongeren inwijden in christelijke spiritualiteit. Om de samenvatting van zijn dissertatie te lezen getiteld ‘Tegenstrijdig ongeloof’, klik hier.
Naast het verbale deel is er ruimte voor de muze. De cantorij en het jongerenkoor van de Protestantse Gemeente Houten onder leiding van Anja van Velzen zingen de nieuwste Iona-liederen.
De kosten van 10 euro kan men bij binnenkomst van de kerk voldoen. De drankjes aansluitend bij de nieuwjaarsreceptie zijn gratis.
Foto’s: boven het omslag van Wiels proefschrift; hier naast dr. Wiel Smeets.
PROGRAMMA
14.30 uur
ontvangst met koffie en thee
15.00 uur
welkomstwoord door drs. Henk van Hout, voorzitter
15.05 uur
vooruitblik op 2009 door ds. Klaas van der Kamp, algemeen secretaris
15.10 uur
Kerk als ongelooflijke verleiding, lezing door dr. Wiel Smeets
15.55 uur
doorpraten over de lezing; enkele ‘ambassadeurs van de oecumene’ zullen als eerste reageren op de lezing van Wiel Smeets
16.15 uur
muzikaal intermezzo 1
leden van de cantorij en het jongerenkoor van de Protestantse Gemeente Houten o.l.v. Anja van Velzen zingen liederen van de nieuwe Iona-cd, die behoort bij de recent verschenen zangbundel van de Nederlandse Iona-groep ‘Opstaan! Meer liederen uit Iona, Glasgow en de rest van de wereld’. Piano: Henk de Winter
16.25 uur
doorpraten over de lezing; de zaal kan deelnemen aan de discussie
16.45 uur
muzikaal intermezzo 2
Aansluitend nieuwjaarsborrel