Nog meer activiteiten en een tafelrede. Dit keer vanuit Friesland. De Raad ontving enkele verslagen uit Friese kranten. Een heuse tafelrede van dr. Albert van de Heuvel. En bijgaand een foto uit het Friesch Dagblad over de ‘fietsestafette’ die inzette met 25 personen en die eindigde met zo’n 80 deelnemers bij de Sionskerk in Heerenveen. Er werd daarna een vesper gehouden met pastor Bouke van Brug en zo’n 120 bezoekers.
Albert van de Heuvel, van 1960 tot 1975 staf-en bestuurslid van de Wereldraad van Kerken, presenteert in hetzelfde Friesch Dagblad een tafelrede, waarin hij ingaat op de betekenis van de Nederlandse Raad van Kerken (40 jaar) en de Wereldraad van Kerken (60 jaar). Hij brengt zijn verhaal in de vorm van een toespraak bij het diner en hij schrijft onder meer:
“Ik wil je op deze feestelijke dag graag drie dingen zeggen. In de eerste plaats proficiat met wat je in dat arbeidzame leven hebt bereikt. Dat is niet mis en we zouden het dan ook niet graag gemist hebben.
In de tweede plaats: je moet een beetje medelijden met ons hebben! Niet te veel, maar toch… Je hebt de laatste tientallen jaren wel erg veel nakomelingen op de wereld gezet: plaatselijke raden van kerken, landelijke raden van kerken, regionale continentale raden van kerken, internationale neven en nichten in de vorm van internationale confessionele organisaties: lutheranen, gereformeerden, methodisten, baptisten, oosters-orthodoxen, katholieken, congregationalisten en noem ze allemaal maar op hebben nu ook hun eigen internationale organisaties opgericht. Dat houden we niet meer bij, dus wil in de komende jaren een beetje inschikken en een paar van die ongetwijfeld nuttige clubs bij je in huis nemen. En als je dat niet lukt, beste jarige, omdat mensen nu eenmaal graag ‘hun eigen’ clubjes hebben, wil ze dan zo op elkaar afstemmen dat wij in onze plaatselijke gemeenten er een beetje kennis van kunnen nemen en een beetje meedenken.
En in de derde plaats: je moet ons niet in de steek laten, want we kankeren wel eens op je, maar we weten drommels goed dat we in een nieuwe wereld leven en dat wij daarin onze plaats moeten vinden ja, dat we er zelfs zo nu en dan het voortouw in moeten nemen. We hebben je nodig om te horen wat er in de wereld te koop is, ook voor geloofsgemeenschappen; we hebben je nodig om met die steeds groeiende andere geloofsgemeenschappen in gesprek te komen, al was het maar voor onze kleinkinderen!
Jij bent nu zestig jaar, maar in het geheel van de geschiedenis ben je nog een jonge blom. En wij hebben met name kerken nodig die ons al die nieuwe ontwikkelingen leren zien als het werk van Gods Geest. Wij waren vroeger groot en zijn nu een stuk kleiner geworden. Daardoor lopen we gevaar dat we een hoge muur rond onze kerkjes opzetten en hopen ze uit de wind te houden. Maar van wind moeten we het nu juist hebben! En daar hebben we jou voor nodig. Natuurlijk moeten wij in een land met zo’n honderdduizend moslims ook samen met hen leren leven, bidden, debatteren en knokken, want zij zijn ook vaak net zo angstig voor de toekomst als wij. En het gaat God tenslotte niet speciaal om ons, maar om Zijn hele schepping, hebben we je zo vaak horen zeggen.
Je weet best dat wij het liefst achterover leunen in onze gemakkelijke stoel, maar wil alsjeblieft doorgaan met in iedere luie stoel van ons een punaise te leggen, zodat we niet vergeten dat wij maar ballingen en vreemdelingen zijn op aarde”.
Fragment uit het Friesch Dagblad