Nederland telt meer dan 648 kerken en kerkelijke genootschappen. Althans: zoveel kerken staan opgesomd in het onlangs verschenen Handboek Christelijk Nederland. De vele kerken zijn uiting van het verlangen om het evangelie in de eigen (sub)cultuur een plaats te geven, meent de algemeen secretaris van de Raad van Kerken. De kracht daarvan is het authentieke geluid. De zwakte het verlies aan eenheid en gevoel voor identiteit die men kan ontlenen aan de gemeenschap.
——————————–
OVER TRENDS IN NEDERLAND BIJ 648 KERKEN
Het verhaal gaat van een drenkeling die op een onbewoond eiland terecht kwam. Hij bouwde er drie hutten. Na verloop van tijd werd hij ontdekt door zeelieden, die hem redden. “Waar zijn die hutten voor”, vroegen ze de drenkeling. “Nou”, zei de man, “die ene hut is mijn woonhuis en de andere hut is mijn kerk.” “En waar is die derde hut dan voor”, vroegen de zeelieden. “Wel”, zei de man, “dat was mijn kerk voordat ik samenkomsten ben gaan beleggen in die nieuwe kerk.” Kerkscheuringen lijken de Nederlander in het bloed te zitten. Hoe dicht de anekdote bij de waarheid zit, ontdekte ik, toen ik van de auteurs van Handboek Christelijk Nederland vernam dat er inderdaad een eenmanskerk schijnt te bestaan in de buurt van Den Helder. Achteraf begrijpelijk: Verschillende geseculariseerde christenen in Nederland hebben weliswaar hun ouderlijke kerk de rug toegekeerd, maar zijn toch niet ongelovig of onkerkelijk geworden. Ze geloven op hun eigen manier in hun eigen eenpersoonskerk. Wij in het Westen hebben de neiging om ‘eenheid’ te associëren met ‘alleenheid’, om er daarna het label op te plakken van ‘vrijheid’.
Toen de uitgever mij inzage gaf in het Handboek Christelijk Nederland wist ik niet of ik er blij mee moest zijn of eerder teleurgesteld. Het is een mooi boek geworden. Het laat zich doorbladeren zoals je internetpagina’s afstruint. Tegelijk schrik je als je ziet hoeveel kerken er genoemd worden. Ik telde er 648. De joodse traditie kent 613 ge- en verboden. Als het waar is, dat een kerk bij een scheuring in de regel een legitiem gebod of verbod onderstreept, maar problemen heeft bij de dosering van die waarheid, kunnen we vaststellen dat er altijd nog 648-613=35 kerken te veel zijn genoemd. Uit een interview met de auteurs begreep ik dat er ook kerken zijn die zich niet wilden laten opnemen. Eén kerkelijke groepering was bang dat de antichrist het boek zou raadplegen en zo achter het adres van de groep zou komen. Het lijkt me inderdaad een voor de hand liggende gedachte dat de antichrist op de hoogte is van deze uitgave, waar er zovele kerken ter sprake komen.
De Raad van Kerken in Nederland telt ‘slechts’ zeventien kerkgenootschappen. Uit de indeling van het boek van Gerard Hoekstra en Rien Ipenburg trek ik de conclusie dat de belangrijkste tradities daarin vertegenwoordigd zijn, namelijk de orthodoxie, de rooms-katholieke kerk, de protestanten.
Het boek laat verschillende trends zien, zeker als je het afzet tegen eerdere bundelingen van kerken. Ik beperk me tot twee trends. Vastgesteld kan worden dat het aantal pinksterkerken en migrantengemeenten groeit. Het valt op dat juist de laatste groep de behoefte voelt aan cohesie. Waar westerlingen soms het gevoel hebben dat de eenheid hen beperkt in eigen gevoelens en karakter hebben migranten het gevoel dat de eenheid hen bewustmaakt van eigen identiteit.
Een tweede trend betreft de behoefte om aanvullend op de dogma’s de eigen cultuur recht te doen. Dat levert spirituele bloei en elan op. Willem van der Meiden heeft onlangs een boek uitgebracht over de inculturatie van het evangelie in de Lage Landen. Hij laat zien hoe het evangelie destijds al probeerde aan te sluiten bij aanwezige culturele motieven in Nederland. Het evangelie werd niet als ‘nieuw’ gezien. Het woord ‘nieuw’ wordt in de Heliand, de oudste evangelievertolking in onze taal, eigenlijk alleen als typering ingevoerd voor ongebruikt materiaal; denk aan de nagels bij het kruis, de roede, de galg: ze zijn nieuw. Het evangelie zelf wordt niet als ‘nieuw’ getypeerd, het wordt ‘wilspel’ genoemd, ongewone tekst, letterlijk: welkome boodschap, verhaal dat welkom is.
Zo zou ik zelf het Handboek Christelijk Nederland willen waarderen: als signaal dat het evangelie 648 keer in een eigen subcultuur welkom wordt geheten. Als resultaat van het verlangen bij mensen eigen kleur van omstandigheden te willen verbinden met het evangelie. Als 648 getuigenissen dat de Geest op vele plaatsen waait. Als uitdrukking van authenticiteit.
Het boek kan ons helpen om respect voor ieders uiting op te brengen. Respect veronderstelt kennis. Respect kan opbloeien, daar waar we elkaar weten te vinden, waar we elkaar zien zitten. Zo kan dit kloeke boek van 752 pagina’s een voorportaal zijn voor de belevenissen met dat andere boek van zo’n 1600 pagina’s, de bijbel. Moge de eerste druk spoedig uitverkocht zijn en moge het nodig zijn dat er voor een tweede editie weer allerlei wijzigingen moeten worden doorgevoerd; niet om omissies te verbeteren, maar omdat de cultuur zulks vraagt.
(Tekst uitgesproken door drs. ing. Klaas van der Kamp bij de ontvangst van ‘Handboek Christelijk Nederland’, een uitgave van Kok Kampen, samengesteld door E.G. Hoekstra en M.H. Ipenburg; gepresenteerd in Utrecht, in de St. Willibordkerk, op donderdag 13 maart).