Leges voor het aanvragen van een reguliere verblijfsvergunning
In het kader van de ‘Afsluitingsregeling Kinderpardon’ konden vreemdelingen die nog niet eerder een beroep op het kinderpardon hadden gedaan, vóór 25 februari jl. alsnog een aanvraag doen. Voor zo’n aanvraag moet dan wel € 164 leges per persoon betaald worden. Voor een gezin (vader en moeder) met twee kinderen komt dit dus neer op een bedrag van € 656. Ook voor andere reguliere (niet-asiel) verblijfsvergunningen moeten vreemdelingen leges betalen, die zelfs kunnen oplopen tot € 1.033 voor een aanvraag voor een verblijfsvergunning o.g.v. bijzondere omstandigheden.
Vanaf 2003 zijn de leges o.a. door het beleid van minister Verdonk fors verhoogd. Als gevolg van een uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in 2012 en kort daarna een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (EU-HvJ), moesten de leges voor een aantal reguliere verblijfsvergunningen echter drastisch verlaagd worden. Het EHRM gaf heel principieel aan dat leges geen belemmering mogen vormen om aanspraak te kunnen maken op grondrechten zoals art. 8 EVRM (o.a. recht op familieleven). In het concrete geval ging het om een asielzoeker die een aanvraag deed voor verblijf bij zijn familie in Nederland en die de leges van (destijds) € 830 niet kon betalen. De hoge leges-tarieven voor reguliere verblijfsvergunningen die niet gebaseerd waren op het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens of op Europese richtlijnen (zoals de verblijfsvergunning o.g.v. bijzondere omstandigheden) werden echter door de IND in stand gelaten.
Inmiddels is het vaste praktijk geworden dat vreemdelingen die aan kunnen tonen dat zij geen of een heel laag inkomen en geen vermogen hebben, door de Rechtbank en de Raad van State (RvS) vrijgesteld worden van het betalen van griffierechten, vanuit het principe dat onvermogenden toegang moeten hebben tot de rechter. Ook bij de Raad voor de Rechtsbijstand (RvR) kunnen onvermogende vreemdelingen om deze reden een zogenaamde ‘nihilstelling’ krijgen voor de eigen bijdrage die normaliter voor de rechtsbijstand betaald moet worden.
Bij de IND bestaat echter voor onvermogende vreemdelingen nog altijd vrijwel geen mogelijkheid om vrijstelling van de leges te verkrijgen. Dat kan alleen in het kader van aanvragen voor gezinshereniging en gezinsvorming en dan ook nog met een zware bewijslast ten aanzien van de onvermogendheid. Dikwijls kloppen onvermogende asielzoekers dan ook bij diaconieën of caritas-instellingen aan voor deze leges. Veel diaconaal geld wordt zodoende uitgegeven aan leges, opdat het ontbreken van geld in ieder geval geen belemmering vormt voor de asielzoeker om zijn recht te krijgen. Maar eigenlijk zou er natuurlijk een mogelijkheid of procedure moeten zijn voor de onvermogende vreemdeling om van de IND vrijstelling van deze leges te verkrijgen, vergelijkbaar met de huidige situatie bij de Rechtbank, de RvS en de RvR.
Pieter Postma (INLIA), Projectgroep Vluchtelingen Raad van Kerken NL.