We zijn een taalcafé gestart. Met medewerking van de regionale bibliotheek en een (start)subsidie van de Gemeente Grave, bieden we ‘de Nieuwkomers’ een onderdak met Taal. Boeken, boekjes en taalspelletjes bij de hand, een ideale combinatie, zo beleefd door ‘alle drie de partijen’. Eens in de veertien dagen zetten we op de woensdagavond, tussen 19.00 uur en 21.00 uur, de deuren van de Bieb wijd open voor Syriërs, Afghanen, Irakezen, Iraniërs, inwoners van Sri Lanka, Noord Korea en Eritrea.
Wie de Nederlandse taal spreekt en ook nog eens schrijft, heeft de sleutels tot communicatie in handen en van communicatie moeten de Nieuwkomers het in Nederland hebben. Het tekort eraan wreekt zich dag-in, dag-uit; leidt zelfs tot eenzaamheid, uitgesloten worden en zelfs tot zelfdoding.
Wij spelen geen ‘schooltje’, zijn ons bewust van ons ‘vrijwilligerschap’, 90 procent van de tijd spreken we hen toe en spreken we met hen in het Nederlands. We zitten met hen ‘aan tafel’, koffie+ en thee+ binnen ieders handbereik, het eerste en laatste halfuur van de avond zetten we de toon. De sfeer is welkom en harmonisch, ‘spelend’ (kwartetten) leren ze makkelijker dan ‘afgedwongen’. We vieren Nederlandse feesten: Kerstmis en Carnaval, Valentijnsdag en Pasen (Lentefeest).
Zij, op hun beurt, vertellen van hun maaltijden, hun eetgewoonten en hun vieringen. Tweemaal hebben we een zangcafé gehouden, m.m.v. twee plaatselijke koren. Het geboden repertoire: ‘Tulpen uit Amsterdam’ en ‘Het kleine cafe aan de haven’. Zingen ‘verbroedert’ en ontspant’, onze taal, de bouw van zinnen en woordkeuze, alles draagt bij tot ‘taalverwerving’.
Het gaat ongedwongen, het eenjarig bestaan hebben we medio december gevierd, we hebben toen op ‘bolletjes-in-een-pot’ getrakteerd om ‘hun groei’ te symboliseren. Eens per maand wordt er door ‘de Werkgroep’, waarin een Iraanse vrouw en vier Nederlandse vrouwen zitten, plannen gemaakt en getoetst aan de weerbarstige werkelijkheid. Niet ongebruikelijk is het, dat er Gravenaren spontaan mee naar binnen komen om mee te doen en te helpen. Ook zij gaan aan de taal niet voorbij. De boog kan niet altijd gespannen zijn, we dragen tevoren thema’s aan als: familie, verkeer, wat staat er in huis, welke boodschappen doen we waar?
We ervaren dat langzamerhand de vooroordelen tegen vluchtelingen, asielzoekers en statushouders beginnen te verdwijnen. Juist in het Brabantse Maasstadje Grave, dat al jaren een asielzoekerscentrum binnen haar veste heeft, is dit opmerkelijk te noemen. Nog niet als sneeuw voor de zon, dat geeft vluchtelingen en hun kinderen alle kans van winterse genoegens in dit Lage Land te genieten.
Tekst + foto’s: Harry C.A. Daudt