Preekschets voor 7 april:
7 april 2013, 2de zondag van Pasen,
Gen. 28, 10-22; Psalm 111; 1 Kor. 15,1-11; Luc 24, 13-35
Zij herkenden Hem aan het breken van het brood. Zij herkenden Hem. Laten we daar eens op concentreren deze zondag.
Zij herkenden Hem. Het gaat erom Gods Aanwezigheid te herkennen. Of Jezus te herkennen in de situatie, in de mens waarmee we te maken hebben. En Jezus herken je aan het breken van het brood.
Een paar korte associaties daarbij:
– Jezus wordt herkend aan het breken van het brood, niet aan woorden, niet aan rituelen, tenzij dit ene: je brood breken om het te kunnen delen. Dat is HET ritueel. Alle andere rituelen zijn van minder belang, leiden niet tot herkenning, wat bisschoppen ook beweren.
– Jezus is de Gastheer. Niet een kerk of een bisschop. Jezus gaat met ons op weg, breekt met ons het brood en dan herkennen we Hem. Als Jezus met je op weg gaat, en Zich laat herkennen, wie zal Hem dan tegenhouden om Zich te laten kennen?
– Na Pasen zijn we overgeleverd aan de vraag: herkennen we Hem. HEM. Het gaat er niet om dat wij herkend worden, noch als persoon of ambtsdrager of kerk. Hem herkennen. Onze zorg gaat er veel te veel naar uit dat WIJ herkend worden. BN’er worden, op Faceboek geliked worden. Dat is niet waarvoor Jezus werd vermoord.
– Zouden we Jezus herkennen als Hij nu weer onder ons zou zijn? Waar zouden we Hem moeten zoeken? Ik vrees, in de detentiecentra waar vreemdelingen worden opgesloten.
– Mattheus 25,40 leert ons, dat Jezus en God Zich laten vinden in wat je Hun kleinsten hebt aangedaan.
En dan, op weg naar Keti Koti, 1 juli 2013 (150 jaar afschaffing slavernij):
Bij de studiemiddag over slavernij memoreerde ik op basis van Mattheus: “God was op de slavenschepen, God stierf er en werd overboord geworpen. God werd gemarteld en verkracht en als vuil behandeld met de slaven. God schreeuwde en wanhoopte en kwam in verzet en overleefde met de slaven.
Maar God sterft nooit ten einde toe, dat is onze overtuiging sinds Pasen. Wij kunnen kennelijk God doen sterven, maar we kunnen God ook tot leven doen komen. Zo kan onze belijdenis van een verrezen God weer een hoopvolle boodschap worden. De belijdenis van de verrezen God is een belijdenis tegen machthebbers die moorden of wegkijken bij moorden.”
Op de zondag van de Oecumene in januari was er het beeld, door de Daliths aangereikt: God wandelt met ons. Ik zeg U: God schaart Zich aan de zijde van de slaven. God wandelt met hen en manifesteert Zich met hen. Laten wij ons scharen aan de zijde van die God Die Zich bij slaven voegt.
Want wij zijn aan zet. Jezus is verrezen, in het overdenken van Zijn dood en verrijzenis krijgen wij opnieuw de kans, het aanbod, de mogelijkheid om mee te werken aan de verrijzenis van God, in al die mensen die geen deel van leven krijgen in deze wereld. Waar zouden we moeten zoeken, om Jezus te herkennen, om God te herkennen, die wéér uit de doden wil worden opgewekt, nu door ons? In Nederland allereerst in de uitzetcentra, denk ik. In de AZC en private opvangen waar vluchtelingen 10 jaar en langer wachten tot…
Of nog anders te stilstaan bij dat breken van het brood. Voor velen is slavernij een ver van mijn bed thema. Maar wij zijn dicht bij hun bed. ZIJ werken voor erbarmelijk loon, onder erbarmelijke omstandigheden, voor ONZE goedkope kleding waarmee we ons mooi maken. Zij verloren hun oerwouden voor het veevoer voor ONZE koeien waar wij het vlees van eten en de melk van drinken. Wij kleden ons in erfzonde, we voeden ons met erfzonde zolang bijna alles wat we eten en waarmee we ons kleden door structurele slavenarbeid, uitbuiting en roof verkregen wordt.
27 miljoen mensen leven in slavenpositie. Naast de ontelbaren die uitgebuit worden. Het brood breken als herkenning van Jezus de Verrezene kan vandaag de dag betekenen: openbreken dat brood, zoeken naar wat daarin nog slavenarbeid was, breken daarmee. Opstanding, opstand, graankorrels die vrucht mogen gaan dragen, in plaats van geplette mensen die alleen maar voor de rijken mogen produceren. De gotspe van de vrije markt: eten wordt over de wereld vervoerd naar waar geld is, niet naar waar honger is.
Als kerken kunnen we (moeten we) onze gelovigen helpen om te onderkennen waar, in de hele productieketen voor wat wij kopen, slavenarbeid nog steeds geschied. Om werkelijk het brood te kunnen breken met hen, zodat zij kunnen opstaan en Jezus in hen. Dan kunnen we Hem herkennen, en zal Hij ons kennen, in het breken van het brood.
Yosé Höhne-Sparborth
(http://www.kerkenvrede.nl/index.php?pagina=398)
Foto: Kerkdienst in een township. Opname december 2009. Beeldbank PKN.