Week van Gebed 2012: Polen in Nederland passanten

Actueel

Het feit dat vele tienduizenden Polen in Nederland werken wil niet zeggen dat het cultuurverschil tussen west- en midden-Europa sneller verdwijnt. ‘De gastarbeiders zijn hun werk in het buitenland niet als een serieus stuk van hun leven. Het is eerder een excursie. Ze vertrekken om geld te verdienen. Maar als ze weer in Polen zijn en hun familieleven oppakken begint het serieuze leven weer’.

Dat zei prof. Krzystof Kosela van de Universiteit van Warschau tijdens een bijeenkomst op 5 april 2011 van de Europese Kerken (CEC), waar vertegenwoordigers van diverse raden van kerken bij elkaar waren. Hij ging in op het thema van de secularisatie, waarbij hij de situatie in Polen gedurende de laatste twintig jaar analyseerde en vergeleek met de secularisatie in andere Europese landen. Kosela probeerde duidelijk te maken dat de cijfers in Polen behoorlijk verschillen van de cijfers in andere Europese landen. Waar vele landen in Europa met een ingrijpende teruggang te maken hebben, blijven volgens Kosela de cijfers in Polen (nog) redelijk stabiel.

Doordat het aantal roepingen in Polen nog altijd het aantal nodige priesters overtreft, is Polen een van de grotere leveranciers van gewijde ambtsdragers voor diverse landen in Europa, waaronder Noorwegen en Nederland. Ze leiden in het buitenland een eigen leven en hebben weinig contact met de cultuur van het ontvangende land, erkende Kosela. Toch ziet Kosela het westen niet als de eigenlijke focus van de uitgeleende priesters. ‘Een veel groter aantal gaat naar het oosten, want dat is traditioneel het grootste missiegebied voor Polen’.

De oriëntatie op het oosten blijkt ook uit het gegeven dat Polen, die zelf gastarbeiders aan het westen levert, gastarbeiders uit het oosten ontvangt. Vele mensen uit Oekraïne en andere landen verzorgen minder scholing vragend werk in Polen. De Polen zien zich – mede door die scharnierfunctie in Europa – als het hart van Europa. Ze zijn met het Westen verbonden en leveren gastarbeiders en handelen; ze zijn evenzeer met het Oosten verbonden en nemen daar gastarbeiders vandaan op.

Sacraal en seculier
Waar de cijfers van kerkelijke betrokkenheid in Polen redelijk stabiel lijken, zijn er toch wel een paar deukjes in het imago. Het aantal roepingen voor het priesterambt lag in 1969 op ongeveer 0,003 procent van de bevolking; in 1987 steeg het tot 0,009 procent om daarna weer te dalen naar het niveau van 1969. In 1978 werd de bisschop van Krakow tot paus Johannes Paulus II gekozen. Toch ziet Kosela dat niet als de voornaamste reden van de groei van het aantal roepingen. ‘In de jaren zeventig had de staat alle krediet verloren. De mensen vonden een laatste toevlucht in de kerk’. De vernieuwingsbeweging Oasis duurde echter niet lang en brokkelde na 1987 ook weer af.

Kosela meent dat  de verdeling tussen het sacrale gebied en het seculiere gebied in Polen afwijkt van de meeste landen in Europa. Waar in Europa in 1300 verreweg het grootste deel nog sacraal gevuld werd is dat inmiddels geminimaliseerd ten voordele van het seculiere deel. Maar in Polen bestaat er relatief nog een groot sacraal deel als inrichting van de samenleving. Het kerkbezoek is van 1990 naar 2000 weliswaar gedaald van 84 procent naar 77 procent, maar dat is altijd nog beduidend hoger dan Hongarije (20 en 18 procent). Overigens steeg in diezelfde periode het kerkbezoek in Roemenië (van 31 naar 46 procent) en in Rusland (6 en 9 procent).  Een zelfde tendens is zichtbaar bij de leeftijdsgroep van 18 tot 29 jaar. De Poolse cijfers gingen in twintig jaar terug met 24 procent, in Hongarije liep het getal terug met 6 procent; maar in Roemenië en Rusland stegen de bezoeken met respectievelijk 18 en 17 procent.

Gevraagd naar het belang van religie onder studenten geeft 97 procent van de Poolse studenten aan religie belangrijk te vinden. Rusland meldt een getal van 79 procent; België haalt 64 procent; Engeland scoort 56 procent; en Nederland is met 53 procent bij de laagst scorende landen van Europa en laat alleen een land als Tsjechië (25 procent) nog onder zich.

Op de vraag wat bepalend is voor de eigen identiteit, noemen de meeste inwoners van Polen het feit dat ze ‘Pool’ zijn (85 procent in 1995 en 94 procent in 2009). Een volgend criterium is ‘man/vrouw’en op de derde plaats staat de religieuze identiteit (74 en 79 procent in respectievelijk 1995 en 2009).

Teruggang
Teruggang is ook zichtbaar in Polen, zij het volgens de hoogleraar uit Warschau, slechts in een enkel segment. Nog 40 procent van de mannen tussen 18 en 24 jaar zegt in 2009 wekelijks naar de kerk te gaan; in 1992 was dat 70 procent. Bij vrouwen is ook een daling zichtbaar in die leeftijdsgroep van 70 naar 50 procent. In de grote steden laten de cijfers van kerkelijke activiteit een daling zien van 50 naar 30 procent. In dorpen is de teruggang minder significant. In 1988 vond 40 procent van de jonge mensen sex voor het huwelijk verantwoord, in 2008 meende 72 procent dat zulk gedrag aanvaardbaar is. Op de vraag wat men van homoseksuele relaties vindt, antwoord 70 procent van de 60-plussers dat zoiets moet worden afgewezen, bij de 15-19-jarigen is dat 38 procent.

Rituelen met de feestdagen zijn onverkort populair. In 1993 bracht 51 procent hooi onder het tafelkleed aan, een voor Polen vertrouwd ritueel. In 2008 was dat gestegen naar 77 procent. De mensen die voor Pasen gaan biechten daalde van 81 naar 74 procent. Van de mensen die vasten vindt 95 procent dat belangrijk omdat de kerk het wil; 76 procent vindt het ook van belang vanuit de eigen geloofsovertuiging.

Kosela meent dat de secularisatie zoals die in West-Europa voorkomt, niet in Polen plaatsvindt. Er zijn ook sectoren aan te wijzen waar de invloed van de religie groeit. Hij noemt daarbij de aanwezigheid in de media en de start van Radio Maryja. Het verschilt in Polen per segment van de samenleving, waar het in het Westen doorgaans minder gaat met de kerk over de hele linie.

Kerkelijke kaart
De kerkelijke kaart van Polen laat zien dat de Rooms-Katholieke Kerk een duidelijke meerderheidskerk is. Liefst 95 procent van de bevolking heeft zich aangesloten bij deze kerkelijke gemeenschap. De Orthodoxe Kerk is de tweede kerk met 1,3 procent van de bevolking, naar eigen zeggen circa een half miljoen gelovigen. De derde geloofsgemeenschap vormen de Jehova-Getuigen (0,33 procent). Dan komen de Lutheranen met 0,2 procent, met 75.000 gelovigen de grootste protestantse gemeenschap van Polen. Er zijn verder veel Grieks-Orthodoxen (0,14 procent) en niet te vergeten de Oud-Katholieke Mariavitae Kerk met 0,06 procent van de bevolking.

De evangelischen, orthodoxen en oud-katholieken hebben een gezamenlijke oecumenische theologische opleiding in Warschau. Ongeveer 800 studenten volgen de opleiding, waar naast theologie bijvoorbeeld ook pedagogiek gestudeerd kan worden.

De kerken hebben een wat behoudende inslag. Zo vindt men ook bij de lutherse kerken geen vrouwen in het ambt. Een voorstel afgelopen jaar om dat te veranderen is afgewezen. Vrouwen zijn wel geïnteresseerd in de studie theologie. Er zijn jaren waar bijna de helft van de studenten vrouw is.

Tekst week van gebed
De tekst voor de week van gebed om eenheid is in korte tijd samengesteld, vertelt ds. Ireneausz Lukas, secretaris-generaal van de Raad van Kerken in Polen. De kerken hebben zich gezamenlijk aangemeld bij het Vaticaan en de Wereldraad en al na een maand kregen ze een positieve reactie. De kerken zijn tot op locaal niveau bij het initiatief betrokken. Al snel was er een associatie naar de  Europese kampioenschappen. Het is voor Polen en de Oekraïne ongekend dat deze regio de eer wordt gegund een dergelijk groot evenement te organiseren. Men ziet in de hoofdstad de drukte bij het voetbalstadium dat in korte tijd toernooi-proef moet worden gemaakt. ‘We hebben die link later iets teruggeschroefd’, vertelt Lukas. Men vond de link van bijbel en voetbal toch minder geslaagd als uitvergroting. Al blijft er een gedachte meespelen, dat de kerk een soort van overwinning kent, die men in de sport mist.

Wat Lukas betreft ligt de verbinding tussen ‘Overwinning’ en de situatie in Polen vooral in het feit Polen aansluiting heeft gevonden bij de Europese Unie. In twintig jaar tijd voelen de Polen zich verder geëmancipeerd en zijn ze gegroeid in zelfbewustzijn. Wat Ireneusz Lukas betreft wordt de Europese Unie nog verder uitgebreid naar het oosten. De kerken onderhouden banden met diverse kerken in niet-EU-landen. Oekraïne, maar ook Armenië en Georgië voelen zich Europees en het is moeilijk duidelijk te maken, meent Lukas, dat de grens strak getrokken moet worden bij de oostgrens van Polen.

Auschwitz
Polen is een land waar de verschrikkingen van de oorlog misschien nog wel scherper zichtbaar zijn geworden dan in andere landen. De kerken spannen zich in om verzoeningsprogramma’s te organiseren. De stad Warschau is in de oorlog totaal vernietigd, nadat de stad massaal in verzet kwam tegen de Duitsers en de bevrijding door het Rode Leger op zich liet wachten. In het centrum van de stad kan men de oude Gestapo-gevangenis bezoeken met de tastbare herinneringen. Even verderop is een muur ter herinnering aan de miljoenen vermoorde Joden. Ooit bestond de bevolking van Warschau voor een derde uit Joden. Nu is er nog een kleine gemeenschap van naar schatting 250 Joodse burgers.

De Raad van Kerken in Polen onderhoudt contacten met overlevenden van Auschwitz. Jeremias is een vrijwilliger uit Ethiopië, die de circa 20 nog levende mensen regelmatig bezoekt. Hij haalt medicijnen voor hen, verzorgt andere boodschappen en voert gesprekken. De mensen zijn inmiddels tussen de 80 en 96. Mr Young is met 96 jaar de oudste. De mensen zien de schrikbeelden nog regelmatig terug. ‘Ik dacht dat ik in Ethopië wel iets gewend was, maar wat ik hier van de mensen hoor is verschrikkelijk’.

Klaas van der Kamp