In een volle Nieuwe Kerk in Amsterdam vond op vrijdag 30 juni een herdenkingsdienst plaats rond het slavernijverleden en de rol die kerken hierin hebben gespeeld. Aan de voorbereiding ervan was intensief gewerkt door een breed samengestelde werkgroep, onder auspiciën van de Raad van Kerken in Nederland.
De dienst kreeg als thema ‘Gedeeld verleden, gezamenlijke toekomst. Kerken samen op weg naar heilzame verwerking van het slavernijverleden’, en vormde het vervolg op de verklaring die de gezamenlijke kerken in 2013 hierover uitspraken.
Schuldbelijdenis
Ds. Christien Crouwel (algemeen secretaris van de Raad) refereerde aan het begin van de dienst aan deze verklaring, om te vervolgen met de erkenning dat de kerken in de afgelopen tien jaar tekort zijn geschoten hieraan verder te werken. ‘Bij velen leefde daarom de vraag: Zullen de kerken ook excuses aanbieden voor hun aandeel aan het slavernijverleden? In deze dienst zullen we als kerken dat in onze eigen, kerkelijke taal doen: Die van schuldbelijdenis. We belijden voor elkaar en voor het aangezicht van God de schuld die we als kerken in deze geschiedenis op ons hebben geladen.’
De schuldbelijdenis kreeg vorm in het kyriegebed, uitgesproken door Bianca Groen-Gallant (voorzitter van de Evangelisch-Lutherse Diaconie in Amsterdam), ds. René de Reuver (scriba van de Protestantse Kerk in Nederland en ds. Rhoïnde Mijnals-Doth (predikant in de Evangelische Broedergemeente en voorzitter van Samen Kerk In Nederland). Het gebed verwoordde de nood en de pijn van de tot slaafgemaakten, en benoemde de schuld die kerken daaraan hadden. ‘Wij belijden voor U, dat wij als kerken bijgedragen hebben aan het in stand houden van de slavernij, dat wij door onze theologie het misbruik van mensen gerechtvaardigd hebben, dat wij niet opgekomen zijn voor rechtvaardigheid en voor de vrijheid van zusters en broeders.’ Het gebed sloot af met een bede om hulp van Gods Geest ‘dat wij stappen kunnen zetten op de weg van genezing en herstel.’
De twee schriftlezingen, uit Jesaja en Matteüs, klonken in het Sranantongo en het Papiaments, en werden gevolgd door een preek in de vorm van een samenspraak. Daarvoor tekenden ds. Rosaliene Israël (scriba van de Protestantse Kerk Amsterdam) en pastor Duncan Wielzen (rooms-katholiek pastor van het bisdom Rotterdam). Pastor Wielzen ging daarbij terug naar zijn voorouders, beiden geboren in slavernij en ballingschap. ‘Voelden zij zich gesteund door God, te midden van alle onvrijheid? Hoe hebben zij zich in vredesnaam staande weten te houden te midden van slavernij en de onderdrukking die daarmee gepaard ging?’ zo vroeg hij.
Dat zij zijn ontmenselijkt en de rechtvaardiging daarvan door de kerken, noemde ds. Israëls onvoorstelbaar. ‘Maar het is gebeurd. Ik erken volmondig de verantwoordelijkheid voor het verleden, en ook voor racisme en ongelijkheid van vandaag. Dat gaat veel verder dan excuses en vragen of we dan nu weer oké zijn. Wat ik doe of laat, kan het verschil maken tussen recht en onrecht.’
Traan
Na de overweging drukten twee dansers (Manuela Lucia Tessi en Quincy Ignacia) de zoektocht naar verbinding uit in een dans rond een grote traan van bevroren water, die gedurende de dienst langzaam maar zeker smolt – een werk van de kunstenaar Sisma Cho. Hun dans rond dit beeld van smeltende pijn en verdriet ging gepaard met het spoken Word ‘Tranen kennen geen kleur’, van Filemon Peroti (presentator) en ds. Andreas Wöhle (predikant van de Evangelisch-Lutherse Gemeente Amsterdam).
Bij de voorbeden klonk opnieuw een waaier van stemmen, dit maal uit de Koptisch Orthodoxe Kerk, de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten en de Molukse Evangelische Kerk.
Net zo divers als de rij voorgangers, sprekers en dansers was het muzikale repertoir van de dienst. Het kyriegebed werd prachtig omlijst door een gezongen acclamatie van zangeres Petra Bosé. Het orgelspel van Henk Verhoef werd afgewisseld met gospels en vioolspel van Heleen Knoop. Dirigent Paul Hessen had voor de gelegenheid twee koren samengevoegd: El Elyon uit Barneveld en The Revivals uit Amsterdams.
Dat de dienst plaatsvond in de Nieuwe Kerk was een bewuste keuze van de werkgroep Heilzame verwerking slavernijverleden. In deze kerk, met aan de ene kant het praalgraf van admiraal Michiel de Ruyter en aan de andere kant de gedenksteen van vrijheidsstrijder Anton de Kom, wordt de geschiedenis van kolonialisme en het slavernijverleden tastbaar.
Nog meer reliëf gaf de manshoge bloemschikking van Peter van Asselt en Tini Brugge, beiden actief voor de website symbolischschikken.nl van de Raad van Kerken. In zeven verschillende schikkingen drukten zij even zoveel ’tranen’ uit, zoals de tranen van verborgen herinnering, de tranen van ontluistering en woede en die bij ontmoeting.
Meerdere bewindslieden woonden de dienst bij, waaronder de ministers Weerwind, Schouten en Bruins Slot. Het thema raakt tenslotte de hele samenleving en niet alleen de kerkelijke gemeenschappen.
Door de brede opzet van de herdenkingsdienst werd ‘de hoop uitgedrukt dat heilzame verwerking van het slavernijverleden mogelijk is’, zoals ds. Johannes Welschen (lid van het provinciaal bestuur van de Evangelische Broedergemeente) in zijn welkomstwoord benadrukte.
Een vervolg op de dienst zal plaatsvinden op zaterdag 21 oktober. Dan organiseert de Raad op het inspiratiefestival Terschelling een debat over de vraag ‘Hoe verder met ons slavernijverleden?’
Foto’s: Elise Kant